Collectie: Masumi

Miyasaka, producent van Masumi sake, is opgericht door de gelijknamige familie, die afstamt van een lange rij krijgers en oorspronkelijk uit de Nagano regio komt, om precies te zijn uit de stad Suwa. Tijdens de historische periode van de Warring Kingdoms (16e eeuw) diende de familie Miyasaka de clan Suwa, bondgenoot van de machtige daimyo* Takeda Shingen, een van de grootste rivalen van Oda Nobunaga. Moe van het vechten besloten de leden in 1662, aan het begin van het Edo-tijdperk, sake te gaan produceren. Jarenlang was hun sake bestemd voor de Shinto tempel Suwa Taisha. De naam Masumi, wat vertaald kan worden als transparantie of waarheid, werd gegeven als eerbetoon aan de gelijknamige spiegel die in de tempel werd bewaard. Het Miyasaka-huis kwam in moeilijkheden aan het begin van het Meiji-tijdperk (1868-1912), toen de concurrentie moordend was. Er waren meer dan 16.000 sakeproducenten. Het bedrijf begon daarom andere nevenactiviteiten om te overleven. Het was tijdens de Taisho-periode (1912-1926) dat de familie Miyasaka besloot haar activiteiten te heroriënteren en zich te concentreren op innovatieve sake van hoge kwaliteit. In 1920 nam Masaru Miyasaka, de erfgenaam van de familie, Chisato Kubota, een toji van in de twintig, in dienst en reisde met hem door Japan van noord naar zuid om de specifieke kenmerken en beste technieken voor het maken van sake in elke regio te bestuderen. In 1946, toen het land in puin lag en de sakehuizen zware materiële en menselijke verliezen hadden geleden, erkende het National Brewing Research Institute de Masumi-gist als de nationale gist. Het werd gist nummer 7, en werd al snel in heel Japan gebruikt en gedistribueerd om de sake-industrie nieuw leven in te blazen. Het is vandaag de dag nog steeds een van de meest gebruikte gisten. Zijn vader werd opgevolgd door Kazuhiro Miyasaka, die Masumi hielp een van de populairste sakes op het schiereiland te worden, ondanks de algemene achteruitgang van sake in Japan.